Stockhausen in de eenentwintigste eeuw

‘Toen ik voor het eerst muziek van Stockhausen hoorde, ging er een wereld voor me open. Het was alsof de definitie van wat muziek kon zijn, werd opgerekt.’ Tijdens een panelgesprek op Amsterdam Dance Event liet de Britse producer Darren Cunningham ondubbelzinnig weten dat Karlheinz Stockhausen (1928-2007) voor zijn eigen muzikale ontwikkeling van groot belang, zo niet ‘live changing’ is geweest. Onder het pseudoniem Actress verlegt hij zelf met internationaal succes muzikale grenzen in de techno. Het was Stockhausen die hem de weg wees, zegt hij, van de gebaande paden af. Cunningham is niet de enige. Sinds Stockhausen vanaf midden vorige eeuw cultstatus verwierf, noemden artiesten van The Beatles tot Björk en van Brian Eno tot Miles Davis hem als inspiratiebron. Ook onder collega-componisten werd hij, en is hij nog altijd, een factor van niet te onderschatten betekenis. Zoals componist Michel van der Aa het verwoordde toen Stockhausen net overleden was: ‘Ik denk dat hij in het muzikale residu van elke hedendaagse componist zit. Of je je nu tegen hem afzet of niet: je hebt er altijd rekening mee te houden.’

Stockhausen was een onvermoeibare vernieuwer die veel sporen naliet in de muziekgeschiedenis. Hij maakte als een van de eersten elektronische muziek, liet de muziek (en soms ook de musici) door de concertzaal bewegen zodat het geluid niet langer statisch vanaf het podium klonk, en zette instrumentalisten theatraal in: niet alleen een zanger, maar ook een klarinettist of trompettist kon een personage vertolken. Ook ontwikkelde hij allerlei nieuwe muzikale vormen, gereedschappen en methodes, bijvoorbeeld chromatische toonladders van tempo’s en ‘intuïtieve muziek’ waarin een groot beroep op de collectieve verbeelding van de musici gedaan werd.

Toch waren dit musicologische voetnoten gebleven als het leeuwendeel van zijn muziek niet ook zo overtuigend en overrompelend had geklonken, blijkgevend van een feilloos gehoor, een meesterlijke controle over het klinkend resultaat en een ongeëvenaard gevoel voor klank en structuur. Van het vroege, elektronische Gesang der Jünglinge of het jonge meesterwerk Gruppen für drei Orchester tot de verstilde slotnoten van DONNERSTAG aus LICHT, van de meditatieve mantra’s van Stimmung tot het in full-surround kolkende COSMIC PULSES: wie deze stukken eenmaal gehoord heeft, zeker als dat live was, vergeet ze nooit meer.

De ambities van Stockhausen reikten tot de hemel (HELIKOPTER-STREICHQUARTETT) en er geregeld ook voorbij (COSMIC PULSES, SiriusSternklang). Het zijn geen gimmicks, zoals vooral van het helikopterkwartet weleens beweerd wordt. Integendeel. Stockhausen voerde simpelweg artistieke ideeën tot in hun uiterste consequenties door. Nadat hij in eerder werk al het muzikale gebruik van de ruimte van de concertzaal meecomponeerde, was de ultieme volgende stap om de muziek daadwerkelijk het luchtruim te laten kiezen. Ook dramaturgisch klopt het, als scène in de opera MITTWOCH, die lucht als centraal element heeft, en waarin ook al bovenop een wolkenkrabber over de liefde wordt gedebatteerd en hoog in de lucht audities plaatsvinden voor een hemels orkest.

Het is die ongeremde verbeelding en ambitie, die dwingende noodzaak om groot en indien nodig buiten alle kaders te denken, die Stockhausens oeuvre een sublieme kwaliteit geeft. Het is dan ook niet vreemd dat het sommigen afschrikt of zelfs afstoot. Het is voor sceptici bovendien niet moeilijk in Stockhausens werk en leven aspecten te vinden om te ridiculiseren: de particuliere theologie van LICHT, zijn flirt met het omstreden spirituele boek Urantia of de autobiografische mythe over zijn geboorte op de ster Sirius bijvoorbeeld. En dan is daar nog die absoluut onhandige, maar vooral door journalisten op jacht naar een scoop uit zijn verband gerukte opmerking over de aanslagen van 9/11, die volgens Stockhausen aantoonden dat Lucifer, vertegenwoordiger van het kwaad, nog altijd leeft. Maar het is hetzelfde oeuvre dat met diezelfde onbegrensdheid tot op de dag van vandaag musici en luisteraars, maar ook makers, blijft fascineren, inspireren en betoveren.

In het komende Holland Festival wordt door een aantal componisten aangeknoopt bij de implicaties van Stockhausens werk. Zo is daar Colin Benders, die groter werkt dan ooit en met een ruimtelijk opgesteld ‘elektro-symfonisch orkest’ het simpele stereo van de elektronische dansmuziek verlaat. En Michel van der Aa, die net als Stockhausen vaak de theatrale aspecten van zijn muziek meecomponeert en in Eight met virtual reality een ruimtelijke ervaring van muziektheater nastreeft. Actress presenteert een 21e-eeuwse pendant van Stockhausens WELT-PARLAMENT, waarin hij onder meer pioniert met de muzikale inzet van kunstmatige intelligentie. Voor alle drie de componisten is het vanzelfsprekend dat je in je muziek de nieuwste elektronische middelen gebruikt. Hoe anders was dat in de tijd waarin Stockhausen zijn eerste elektronische composities maakte.

De overtreffende trap in Stockhausenervaring biedt de driedaagse marathonvoorstelling aus  LICHT, die is samengesteld uit scènes uit de zevendelige operacyclus LICHT, Stockhausens magnum opus. De vele muziekstudenten die in Den Haag een speciaal voor dit doel opgerichte aus LICHT masteropleiding volgen en straks naast de professionals meespelen, doen op dit moment al ontdekking na ontdekking tijdens de repetities, waarbij woorden als ‘live changing’ opnieuw niet van de lucht zijn. aus LICHT, bij voorbaat een historisch project, zou weleens het opera-evenement van het jaar kunnen worden. Maar minstens zo belangrijk en relevanter dan ooit, is de impliciete boodschap die erin doorklinkt net als in de rest van Stockhausens oeuvre: ja, je mag je dromen najagen – in de muziek, en ook daarbuiten.