Zeven redenen om aus LICHT niet te mogen missen
Roland de Beer onderzoekt de attracties van een ‘unieke meerdaagse’ en stuit op een magisch getal.
Wat doet het werk van Stockhausen? ‘Het verdeelt de mensen in hen die sarcastisch worden, en anderen die er iets in herkennen van waar ze zelf naar op zoek zijn.’ De man die dit liet optekenen kon het weten. Het was Stockhausen zelf, in gesprek (met mij) over de maakprincipes van zijn fenomenale muziek, en over de (volgens Stockhausen) onlosmakelijk daarmee verbonden kosmische processen en bovenaardse betekenissen. ‘Al die aanvallen, ongelooflijk.’ Stockhausen zag in de groeiende kritiek op de metafysische boodschappen in zijn werk de aankondiging van een ‘botsing op wereldschaal tussen tegengestelde krachten’.
Het overgrote deel van zijn LICHT-cyclus moest toen nog geschreven worden. Het was november ’82, en Stockhausen was bezig aan een van de grote praktische klussen uit zijn loopbaan. Als muzikaal leider, supervisor en coach van alles en iedereen was hij de spil in een vijf weken durend Stockhausen Project van het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Onder de bijna veertig composities die werden uitgevoerd zaten acht episoden uit DONNERSTAG, de eerste LICHT-opera die hij af had.
Vergelijkingen met Wagners Der Ring des Nibelungen
Stockhausens verdere scheppingsplannen, een kwarteeuw vooruit geprojecteerd, begonnen in de Haagse conservatoriumgemeenschap vergelijkingen uit te lokken met Wagners cyclus Der Ring des Nibelungen. Zij het, dat de oude Richard relatief kort van stof was gebleven met (slechts) vier Ring-opera’s, terwijl de actuele Stockhausen voor zijn (maar liefst) zeven dagen LICHT een onnavolgbare cocktail leek te bereiden uit oudtestamentische, christelijke, Egyptische, indiaanse, hindoeïstische en boeddhistische teksten en symbolen, vermengd met autobiografie, en overschaduwd door obsessies rond ‘leren’ en ‘examen doen’. Het spel bleek bovendien geplooid rond figuren die rechtstreeks afkomstig waren uit Stockhausens intieme levenssfeer, zoals zijn piano spelende dochter Majella, zijn meesterlijk trompet spelende zoon Markus (naar voren geschoven als aartsengel Michael), en zijn niet minder meesterlijk bassethoorn blazende levensgezellin Suzanne Stephens, die in turquoise glitters het podium betrad als de oermoeder en -minnares Eva.
Zo ver ging zelfs Wagner niet. Maar intussen kijkt niemand meer vreemd op als Stockhausen en Wagner in één adem worden genoemd. Ook niet in Kürten, het stadje bij Keulen dat ooit de woonplaats was van Stockhausen, en nu, verscholen in grazige heuvels, het oord is van diens graf. Burgemeester Willi Heider zou graag willen, zegt hij, dat de roem van Kürtens overleden ereburger Stockhausen meer op Kürten zou afstralen. Spontaan noemt hij het voorbeeld van Bayreuth en Wagner. ‘Bayreuth was ook maar een dorp. Wie weet waar het toe leidt.’
Maar helaas, een verschil is er ook. Wagner, die voor zijn Ring een eigen Festspielhaus kon creëren dankzij een kolossale koninklijke gift, ligt op Stockhausen een stap voor. De zowel beminnelijke als tirannieke, volkomen van het belang van zijn werk doordrongen componist die thuis in Kürten anno 2007 aan een hartstilstand overleed, heeft zijn grootste project nooit in werkelijkheid kunnen omzetten: een eigen theater voor zijn zevendaagse cyclus. Zijn opties varieerden: graag voor elk van de LICHT-opera’s één theater, waar ook ter wereld (vele burgemeesters werden benaderd). Of het oorspronkelijke ideaal, zoals hij in ’82 liet weten: een opvoeringslocatie voor alle zeven stukken, waar het publiek kon zweven door de ruimte.
Inmiddels is elk van de zeven opera’s wel een of meerdere keren compleet gepresenteerd, maar de eerste steen voor een Stockhausentheater is nog nergens gelegd. Drie wereldpremières speelden zich af in een bedenkelijke omgeving van oud pluche (DONNERSTAG in de Scala van Milaan, FREITAG en DIENSTAG in de Opera van Leipzig). Andere beleefden een outplacement in een sporthal (SAMSTAG en MONTAG in Milaan). Postuum ging het een betere kant op, in een voormalige jaarbeurshal (SONNTAG in Keulen, 2011) en een voormalige rubberfabriek – The Argyle Works in Birmingham, waar MITTWOCH in 2012 als laatste van de zeven in première ging.
Zeven redenen om aus LICHT niet te mogen missen
1
In Amsterdam waren grote brokken LICHT door de jaren heen te volgen in het Concertgebouw, De Oude Kerk, Carré, de Westergasfabriek en het Artis-planetarium. aus LICHT, een compilatie van vijftien uur uit een totaal van 29 uur, speelt zich in het komende Holland Festival af in de Gashouder in het Amsterdamse Westerpark. De locatie alleen al vormt een reden om er subiet op af te gaan. Naar zuivere LICHT-maatstaven is het weliswaar een verzamelplaats van compromissen: bezoekers zullen er alleen figuurlijk tot zweven komen. Een zaalhoogte van 18 meter, door Stockhausen uitgedacht voor klanksturing en speelplatforms op radicaal verschillende niveaus, wordt onder het kosmisch-ronde Gashouderdak niet bereikt. Maar als overgangsstadium naar de utopie lijkt het Westerpark bij uitstek geschikt.
Het HELIKOPTER-STREICHQUARTETT uit MITTWOCH, luchtvaarttechnisch hoogtepunt in de geschiedenis van het Holland Festival (vertolkt in 1995 door het Arditti Kwartet en helikopterteam The Grasshoppers), keert terug naar de plaats waar het zich voor het eerst van de aarde verhief. Ook de 28 koperblazers en slagwerkers die in een SAMSTAG-GRUSS het publiek van vier kanten welkom heten, zullen weinig moeite hebben hier de sfeer van betovering te creëren die benodigd is voor ceremonieën als een BEFRÜCHTUNG MIT KLAVIERSTÜCK, waarin oermoeder Eva wordt geïnsemineerd met pianoklank.
2
Het zijn maar grepen uit het grotere complex. Het fabelachtige KLAVIERSTÜCK XIV dat het nieuwe leven inleidt (uit de toetsen te toveren door een ‘grasparkiet’), vormt samen met MICHAELs REISE UM DIE ERDE, KATHINKAs GESANG ALS LUZIFERS REQUIEM, het hallucinerende INVASION-EXPLOSION en een menigte andere elektronische, elektro-instrumentale en -vocale LICHT-onderdelen natuurlijk de hoofdreden om aus LICHT niet te verzuimen.
3
Een Stockhausenmeerdaagse van deze samenhang en omvang heeft zich nooit voorgedaan, en zal zich – reden nummer drie – ook niet gauw meer voordoen. Het geheim achter de buitenkans zit in een samenwerkingsverband. Naast het Holland Festival en de Nationale Opera speelt het Koninklijk Conservatorium er een sleutelrol in. Het heeft er de tijd voor genomen. Masterstudenten zijn er al meer dan twee jaar mee bezig. Grote delen van de Haagse conservatoriumgemeenschap doen mee.
4
In zekere zin herhaalt zich het Stockhausen Project van 1982, met dit verschil – en daarin zit reden nummer vier – dat de nieuwe generatie musici meer gemak en souplesse aan de dag legt met lastige Stockhausenpartijen dan de jonge generatie van toen. Het valt te constateren bij repetities in Kürten, waar Stockhausens voormalige levensgezellinnen Kathinka Pasveer en Suzanne Stephens over de Stockhausenerfenis waken.
5
Pasveer is zelf een product van het Haagse Stockhausen Project. Ze nam er als klassiek fluitstudent aanvankelijk met lood in de schoenen aan deel, maar sloot zich aan bij de Stockhausenclan en groeide uit tot de belangrijkste constante in het reizend LICHT-circus. In haar deelname als muzikaal leider en klanktechnisch geweten ligt reden nummer vijf, al zijn er vurige Stockhausenbewonderaars die graag zien dat LICHT een keer bevrijd wordt van het mystieke, soms sarcastisch bekritiseerde gebarenrepertoire dat met Stockhausens toonkunst is verkleefd. Zij moeten wachten tot 2077, wanneer het oeuvre vrij valt van auteursrecht, omdat bewegingen van (vooral) blazers en dansers tot in de kleinste draai en kniebuiging zijn vastgelegd in het notenschrift.
6
Regisseur Pierre Audi, een doorgewinterde profiler van mystieke werelden in het muziektheater, zegt hier geen enkele moeite mee te hebben. Audi, wiens mise-en-espace de verwachting oproept (reden nummer zes) dat ze Stockhausen in een nieuw perspectief zet, zoekt het in zettingen in de ruimte waarmee hij spanningen vergroot en verhoudingen tussen personages verheldert. Zelf zette hij ooit – in dezelfde Gashouder – bewegende en gebarende musici op het speelvlak in het mysteriespel Kopernikus van Claude Vivier, in wie hij een rechtstreekse navolger ziet van het Stockhausenprincipe dat ‘de musicus’ tot protagonist verheft. ‘Stockhausens genialiteit ligt in het simpele van zijn constructies. Daarin lijkt hij op Wagner.’
7
Reden nummer zeven ligt in een paradox. Stockhausen zelf is er niet meer. Niemand zal hem meer zien glunderen. Naast de tragiek die zijn verscheiden heeft meegebracht (zijn cyclus KLANG bleef onvoltooid), betekent het dat hij ook niemand meer tegen zich in het harnas kan jagen. Stockhausens LICHT gaat over een kosmisch samenvloeien van het goede, het kwaad en de levensbron zelf. Er zit ook humor in, gelaakt door sarcastici; volgens Audi ‘surrealistisch in de geest van Max Ernst’. In de 15 uren van aus LICHT overweegt het serieuze. Grote humoristische episoden wachten op een volgende kans. Vooralsnog kan hun schepper er geen stampij over maken – wat de productie misschien, wellicht, in het huidige stadium van de Stockhausenreceptie ten goede komt. ‘Het uiteindelijke doel in mijn leven’, zei hij in ’82, ‘is mijzelf overbodig te maken. Ik verdwijn en niemand merkt het.’